Home

Nieuwjaarsreceptie 2016

25/01/2016
De directie van Fedasil bracht nieuwjaarswensen over aan de partners, in aanwezigheid van staatssecretaris Theo Francken.

Op 21 januari 2016 organiseerde Fedasil zijn jaarlijkse nieuwjaarsreceptie in Brussel. De verschillende partners van het agentschap (asielinstanties, opvang- en vrijwilligeterugkeerpartners) waren hierop uitgenodigd.Jean-Pierre Luxen, directeur-generaal van Fedasil, had het over de context van het afgelopen jaar. “Het is mij een waar genoegen om deze middag zowat iedereen welkom te kunnen heten die, elk op zijn manier, heeft bijgedragen om in 2015 alle asielzoekers op te vangen, zodat we een opvangcrisis hebben kunnen vermijden.”Na afloop van de speech van mijnheer Luxen volgde een woord van dank van staatssecretaris Theo Francken en een videoboodschap van Eerste minister Charles Michel.Onze directeur-generaal schetste de grote uitdagingen voor Fedasil op korte termijn: het huidige netwerk stabiliseren, het versterken van de nieuwe plaatsen die vaak in urgentie werden gecreëerd, maar ook proberen oplossingen te vinden om incidenten te voorkomen. “Incidenten die de serene sfeer in de opvangcentra in het gedrang brengen, zowel voor de bewoners als voor ons personeel. Incidenten die ook voor een heel slecht imago zorgen bij het grote publiek. We hebben de plicht om onze initiatieven rond sensibilisering en informatie bij de bevolking verder te zetten om de integratie van onze opvangstructuren te vergemakkelijken.”Dhr. Luxen sprak ook over de uitdagingen op vlak van integratie in België van asielzoekers die een vluchtelingenstatuut kregen. ‘’Fedasil moet deze overgangsperiode van twee maanden vorm geven en zijn rol hierin opnemen’’, aldus Luxen.Tenslotte moet Fedasil ook anticiperen op een nieuwe stijging van de instroom na de winter. “Voorlopig lijkt er geen verandering op komst, de conflicten zijn niet voorbij. Het ziet er dan ook niet naar uit dat het aantal asielzoekers na de winter zal dalen. Vandaar deze vraag: Hoe lang zal deze ‘race tegen de klok’ om opvangplaatsen te openen nog duren?”