Home

Asiel in België

Elke vreemdeling die in België aankomt, kan een verzoek om internationale bescherming indienen bij de Belgische overheid. De verzoeker om internationale bescherming (hierna de 'de verzoeker') zal verschillende fasen moeten doorlopen, gaande van het doen van zijn of haar verzoek tot de uiteindelijke beslissing. Deze verschillende stappen vormen samen de zogenaamde asielprocedure (officieel de 'procedure betreffende het verzoek om internationale bescherming'). De Belgische staat onderzoekt of de vreemdeling voldoet aan de criteria zoals beschreven in de Conventie van Genève van 1951 betreffende de status van vluchtelingen.

In de Conventie van Genève luidt de definitie van een vluchteling als volgt:

“Een persoon die uit gegronde vrees voor vervolging wegens zijn ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of zijn politieke overtuiging, zich bevindt buiten het land waarvan hij de nationaliteit bezit, en die de bescherming van dat land niet kan of, uit hoofde van bovenbedoelde vrees, niet wil inroepen, of die, indien hij geen nationaliteit bezit en verblijft buiten het land waar hij vroeger zijn gewone verblijfplaats had, daarheen niet kan of, uit hoofde van bovenbedoelde vrees, niet wil terugkeren.”

Door deze Conventie te ondertekenen, verplichtte België zich ertoe om vluchtelingen die zich op haar grondgebied bevinden te beschermen. Verzoekers die erkend worden als vluchteling krijgen een verblijfsvergunning van onbeperkte duur.

In België hebben verzoekers geen recht op financiële steun, maar wel op opvang, zolang het onderzoek loopt: dit recht op materiële hulp start op het moment dat het verzoek wordt ingediend, tot op het moment dat de procedure wordt afgesloten. De verzoekers zijn niet verplicht om in de hen toegewezen opvangstructuur te verblijven, ook al doet het merendeel van hen dit wel. De opvang wordt georganiseerd in een open opvangstructuur, beheerd door Fedasil of een van zijn partners.