The Flying Seagull bezoekt onze centra

17/10/2025
Fedasil Flying Seagulls

De komende weken is The Flying Seagull Project opnieuw te gast in verschillende opvangcentra van Fedasil.

De voorbije 17 jaren speelden de clowns en circusartiesten van The Flying Seagull Project meer dan 9.000 shows in 24 landen. Daarbij toverden ze een glimlach op het gezicht van ruim 500.000 kinderen. De volgende mijlpaal? 1 miljoen, te beginnen met de kinderen van de Fedasil-opvangcentra. De komende weken is The Flying Seagull Project immers opnieuw te gast in verschillende van onze opvangcentra.

Een speelsessie van The Flying Seagull Project staat synoniem voor een kleurrijke mix van muziek, circus, theater, improvisatie en spel, waarbij de kinderen zelf een actieve rol spelen. In maart konden de jongens en meisjes van onze asielcentra al kennismaken met hun wervelende shows. Die bezoekjes vielen zo in de smaak dat we hen een half jaar later al opnieuw verwelkomen. Zes clowns geven in 26 asielcentra het beste van zichzelf.

Voor de performers Lauren Russell en Dion Bossers is het de eerste keer dat ze te gast zijn bij Fedasil. Beiden begonnen ze jaren geleden als vrijwilliger, maar inmiddels zijn ze vaste waarden en reizen ze met het ensemble de wereld rond. Een geweldige ervaring, vertelt Lauren Russell: “We zien het niet echt als een optreden, meer als één grote speelsessie. We proberen de kinderen mee te nemen in de magische wereld die we creëren.”

The Flying Seagull Project brengt humor en plezier op plekken waar dat niet altijd vanzelfsprekend is – denk maar aan ziekenhuizen, instellingen voor kinderen met een beperkingen, en dus ook in asielcentra. Voor Dion Bossers is dat een belangrijke missie: “Elk kind heeft het recht om te spelen. In de plekken waar ze verblijven gaat de meeste aandacht logischerwijze naar de basiselementen voor het leven – voedsel en onderdak – maar een kind heeft veel meer nodig dan dat. Ze moeten kunnen lachen, herinneringen opbouwen en die meenemen in hun dromen als ze gaan slapen. Met onze optredens proberen we hen te laten ervaren wat het is om gewoon ‘kind’ te zijn. Wanneer kinderen plezier hebben, gebeurt er net dat beetje extra.”

Dezelfde taal

Russel en Bossers zijn ervan overtuigd: ongeacht nationaliteit, cultuur of achtergrond spreekt elke kind dezelfde taal. De taal van spel en plezier. “We komen vaak op plekken waar we elkaars taal niet spreken, maar dat is nooit een probleem. Of we nu optreden in een Roemeens dorpje zonder elektriciteit of in een Turks tentenkamp na een aardbeving: de verwondering in de ogen van de kinderen zegt alles”, aldus Bossers. Al houdt The Flying Seagull Project bij elke show wel rekening met de noden van elk kind, vult Russell aan. “Elk kind wil spelen, maar niet altijd op dezelfde manier. Sommigen genieten van veel activiteit en muziek en energie, anderen hebben het liever iets rustiger. Daarom schatten we bij elk optreden in waar deze groep kinderen het meeste nood aan heeft, en splitsen we ons op indien nodig. En zelfs als ze niet willen spelen, is dat geen probleem. We houden altijd in het achterhoofd dat deze kinderen uiteenlopende ervaringen meedragen. Ieder kind gaat op een andere manier om met moeilijke leefomstandigheden en trauma. We moeten hun vertrouwen verdienen, dat is geen vanzelfsprekendheid – we treden tenslotte binnen in hun leefwereld. Hopelijk kunnen we hen een plek bieden waar ze zich gelukkig en veilig voelen, en is ons werk zó aanstekelijk dat ze niet anders kunnen dan meespelen. Maar de keuze ligt altijd bij hun.”

‘De aap heeft vuur gemaakt’

De blije reacties van de kinderen zijn telkens weer het hoogtepunt voor de clowns. “Ik herinner me een jongetje in Nederland dat zo onder de indruk was van een goochelact met een aapje dat vuur maakte, dat hij dolenthousiast door de kamer stuiterde: ‘DE AAP HEEFT VUUR GEMAAKT’, riep hij extatisch”, lacht ze. “Een klein moment met een grote impact, vooral omdat ik dan ook meteen de fonkeling in de ogen zag bij de 50 andere kinderen die niet meebrulden, maar eveneens met grote ogen toekeken.”

Lauren Russell blikt met veel warmte terug op een ontmoeting met een driejarig jongetje op het Griekse eiland Samos: “Tijdens en na onze show voelde ik dat we echt een band hadden. We speelden en lachten samen. Hij sprak geen Engels, maar toen ik aan het einde ‘goodbye’ zei, wist ik meteen dat hij de betekenis van het woord begreep – hij had al zo vaak ‘goodbye’ gehoord in zijn leven. Drie jaar later speelden we op het Griekse vasteland, en kwam ik hetzelfde jongetje terug tegen. We herkenden elkaar meteen en liepen meteen naar elkaar toe. Hij was inmiddels zes, maar blijkbaar had de interactie toen zo’n grote indruk op ons beiden gemaakt, dat deze ontmoeting 3 jaar later nog voor verbintenis en plezier zorgde. Dat zijn de momenten waarvoor we het doen”, besluit ze.