Home

Verhaal Sama

18/01/2023
Sama vluchtte samen met haar familie uit Palestina en woont sinds november 2021 in het centrum. Lees hier haar verhaal.

Ik heet Sama. Ik ben zeventien jaar en kom uit Palestina, de Gazastrook. In 1948 vluchtte mijn overgrootmoeder uit Jeruzalem en trok ze naar Gaza. Mijn familie en ik worden er gezien als vluchtelingen, ook al is het de plek waar ik geboren ben. Er was oorlog in mijn thuisland: je weet wanneer die begint, maar nooit wanneer die zal eindigen. We konden niet langer naar school gaan, je wist niet of je ’s avonds levend naar huis zou kunnen terugkeren.

Eind 2018 beslisten mijn ouders om te vluchten, het was te gevaarlijk om nog langer in Palestina te blijven. Ons gezin begon aan een lange, gevaarlijke en zware tocht. Ik was vaak bang, maar dat zei ik nooit luidop, anders zouden mijn kleine zussen huilen. Drie jaar later, na een lange periode in Griekenland, kwamen we aan in België. Na tien dagen in het Klein Kasteeltje, hoorden we dat we naar het opvangcentrum van Koksijde konden gaan.

Toegegeven, het is niet altijd leuk om in een opvangcentrum te wonen. Ik vind het jammer dat we niet zelf kunnen koken, ik mis de lekkere smaken uit Palestina. We wonen bovendien met een gezin van negen in een kleine kamer. Ik vind het ook erg moeilijk als ik vriendinnen zie vertrekken uit het centrum na een positieve beslissing. Ik ben blij voor hen, maar het is lastig om altijd opnieuw afscheid te nemen.

Toch is het hier helemaal anders dan toen we in Griekenland waren. Hier zijn er mensen die voor je zorgen, die met je praten en mopjes maken, die je terug het gevoel geven dat je iemand bent. We kunnen hier ook elke dag naar school gaan, studeren is belangrijk voor mij.

Hoe ik de toekomst zie? Ik ben wat bang voor de toekomst, maar ik hoop dat ons iets moois te wachten staat. Ik ben nog niet zeker wat ik wil studeren, maar ik weet wél dat ik later graag bij Fedasil wil werken. Fedasil helpt mensen, dat is wat ik ook wil doen. Doordat ik zelf in een opvangcentrum gewoond heb, zal ik hen – denk ik – nog beter begrijpen en kunnen helpen.”